Ik had ineens inspiratie! Een verhaaltje over tienerzwangerschap, met een humoristische draai d’r an. Geïnspireerd door 16 & Pregnant, Juno, Mom at Sixteen, The Snapper. I hope you like!
Mijn zwangere buik puilt uit over de skinny jeans die ik met Marthie heb gekocht. Ik kijk in de wandspiegel en realiseer me dat álles opeens veel te strak zit. De geboduurde jas die ik met mijn nicht heb gekocht, het identieke strakke shirtje dat Marthie ook had en nu ook de veel te strakke broeken die als een gek knellen en waarschijnlijk gaan scheuren als ik ga zitten. Ik wrijf over mijn buik en bedenk dat het het straks allemaal waard zal zijn. Ik hoef nu alleen nog maar even door de zure appel heen te bijten: de zwangerschap.
Mijn broertje klopt op mijn deur en vraagt of ik videogames wil spelen. Waarom ook niet, denk ik bij mezelf. De dokter zei dat ik me zo min mogelijk moest inspannen, maar zijn videogames fysiek uitputtend? Dat valt volgens mij wel mee.
Bart rent de trap af; ik neem het kleine liftje dat voor mij geïnstalleerd is. Als ik door de glazen deur van mijn woonkamer heen ben gelopen, zie ik mijn opa in de woonkamer staan. Ik krijg bijna een zenuwinzinking. “Bart, ik denk dat ik toch nog even op bed moet liggen,” ik fake mijn duizeligheid. Bart trekt een zielig gezicht. “Jammer… ik heb net nieuwe personages uitgespeeld,” zegt hij. We spelen vaak samen de sims castaway, afgeleid van het beroemde pcspel de Sims. Hij weet me met zijn schattige babyface over te halen. Dat zal nog moeilijk worden met een kleine op komst… ik kan hem moeilijk altijd zijn zin geven. Of haar natuurlijk. Ik wil nog niet weten wat het is, maar mijn moeder wel. Zij is razend benieuwd en zit continu te brainstormen over babynamen. Ze komt telkens met stapels namenboeken thuis die ze van de plaatselijke bieb heeft geleend, en komt dan weer met de vreselijkste namen op de proppen. Favoriet zijn Rosmelda en Eleanore voor een meisje, en Hauwert voor een jongen. Maar dat verandert elk moment, de ene keer vindt ze weer dit, de andere keer weer dat. Ik wil zelf helemaal niet nadenken over babynamen. Ik krijg al hoofdpijn als ik eraan denk. Niet dat ik het kindje dat binnenin mij zit niet ga liefhebben, hoor. Maar het is gewoon de slechtste timing die ik ooit in mijn leven gekend heb. En dat zal het er niet makkelijker op maken om van het kindje te houden.
Middenin de videogame, die dit keer uit het neerschieten en opeten van weerwolven bestaat (ik weet het, hoe kannibalistisch wil je het maken?) belt Marthie mij. Om te shoppen. Dit doet ze tegenwoordig elke dag minstens drie keer, maar ik wil dat helemaal niet. Als ik bevallen ben dan ga ikzo snel mogelijk naar de sportschool.
Het is niet makkelijk om zwanger te zin en een (ex)anorexiapatiënt. Ik ben heus niet zo’n bewust anorexia typetje dat op pro-ana sites gaat lopen surfen. Alsjeblieft zeg, ik krijg al de rillingen als ik eraan denk. Nee, de diagnose anorexia is wat mij betreft totaal verkeerd gesteld. Ik ben gewoon een moeilijke eter, maar ik wil mezelf echt niet uithongeren. Het is trouwens ook niet zozeer dat ik niet van eten hou, ik vergeet het gewoon. Maar nu, met een baby in de buik, moet ik twee keer zoveel eten en dat is echt heel erg moeilijk. Als ik dan zonodig iets moet eten, dan wil ik het liefst suikerdonuts en appeltaart met een dot slagroom bovenop. Maar helaas, dat is niet goed voor de baby. Ik moet op wortelpeentjes en selderie knagen. Mijn moeder zorgt er de laatste tijd voor dat er elke keer dat ik op de bank tv zit te kijken, een groentehapje naast me ligt. Dit stelt een kom met groente voor, variërend van paprika en tomaat tot komkommerschijfjes. Ik stop een komkommerschijfje in mijn mond. Het is geen komkommerseizoen, het smaakt namelijk naar niks. Intussen lult Marthie aan één stuk door. “Ik ben naar de h&m geweest en op de MAMA afdeling zag ik geweldige positiekleding! Er was een hele schattige bolletjestrui die jou echt wel zou staan,” zegt ze. Ik waardeer het dat ze aan me denkt, maar positiekleding is nooit “geweldig”. Vandaar ook haar woordkeus “schattig.” Kleding hoort niet schattig te zijn. Bij kleine kinderen misschien, dan zeg je: O wat een schattige laarsjes. Of als peutertjes van die mini All-stars aanhebben. Dát is schattig. Maar voor een vrouw van zeventien is “schattig” niet het woord waarmee je je kledingkeuze wil omschrijven, geloof me. Marthie gebruikt trouwens ook vaak woorden als “retro.” Dat is eigenlijk nog erger dan schattig, want als iets retro is dan is het eigenlijk gewoon heel erg uit de mode en probeert het kledingstuk dus een wanhopige comeback te maken.
Terwijl ik een stukje paprika in mijn mond stop, ratelt Marthie maar door. “Lijkt dat je wat, Ash? Je bent zo stil… je zit toch niet weer te gamen, hè?” zegt ze. Ik verstop de controller, alsof ik in mijn onderbewustzijn doorheb dat ze mij kan zien. Terwijl dat natuurlijk helemaal niet zo is. “Eh… ja?” vraag ik. Dat is de juiste manier om zoiets te doen. Niet ontkennen, want je beste vriendin heeft je natuurlijk zó door. Nee, dat is niet wat je moet doen. Je laat het als een vraag uitkomen zodat de andere persoon in de war raakt. “Dat is funest voor je social life!” roept ze. Ik zie haar afkeurende blik gewoon voor me, terwijl ze met haar ogen rolt en haar nagellak eraf pulkt. Ik ken haar zo ongelooflijk goed dat het bijna eng is.