FIGHTERS -- verhaal -- deel 1

Hoii!!
Ik schrijf een verhaal, en ik ben al best ver. Ik wil jullie het eerste stukje laten lezen en ik zou het fijn vinden al jullie zouden vertellen wat jullie er van vinden.
Bij goede reacties laat ik jullie misschien nog wel meer lezen?
Veel leesplezier!!!

			                \*\*\*TESS\*\**

Ik word wakker in een woestijn. Tenminste, ik neem aan dat het een woestijn is, want het enige wat ik zie is bergen en vlaktes van zand. Zand, zand en nog eens zand. Hier en daar ligt een verdwaald rotsblok. Leunend op mijn armen kom ik overeind en ik klop het zand van mijn kleren af. Mijn mond valt bijna open van verbazing als ik erachter kom dat ik hele andere kleren aanheb. Het is een kleurrijk jurkje met franjes en aan mijn voeten heb ik sandalen. Om mijn onderarmen zitten leren banden en aan mijn schouder hangt een tas. Ik voel aan mijn haar, dat netjes in twee vlechten is gedaan. Er zit iets op mijn rug, en als ik het eraf haal zie ik dat het een pijlenkoker met een boog is. Ik kijk om me heen maar er is niets anders dan zand. Inwendig moet ik lachen, omdat ik er volgens mij uitzie als een indiaan, maar ik ben ook bang. Waar is Taylor? En Eve? En Caitlynn? Ik hoor wat, een langzaam loop ik in de richting van het geluid. “Taylor? Ben jij daar? Taylor?!” Opeens zie ik haar. Ze ziet er nogal angstaanjagend uit. Ze heeft een zwart topje en short aan, om haar midden loopt een riem waar een dolk aan hangt. Aan haar voeten heeft ze zwartleren laarzen.“Tess! Waar zijn we?” “Ik heb geen idee”, antwoord ik: “maar we moeten Eve en Caitlynn zoeken”. Taylor komt overeind

				 \*\*\*TAYLOR\*\**

Van alles flitst door me heen. Het ene moment waren we gezellig met z’n vieren bij Caitlynn thuis, En toen was ik hier, alleen. Tot ik Tess vond. Of eigenlijk tot Tess mij vond. Ik kom overeind omdat er iets in mijn rug prikt. Ik draai me om, maar ik zie niets liggen. Als ik me weer naar Tess toe draai zie ik dat ze me met grote ogen aanstaart. “Wat is er.” “Een… een… een zw…,” stottert ze. Dan merk ik dat er met een riem om mijn schouder iets op mijn rug is vastgemaakt. Ik haal het van mijn rug. Dan snap ik wat Tess probeerde te zeggen. In mijn handen heb ik een groot zwaard. Ik trek het uit het omhulsels en er komt een blinkend lemmet tevoorschijn. Het zwaard is minstens één meter lang en redelijk zwaar. Ik doe het weer op mijn rug. “Kom, we gaan de anderen zoeken”. Ik doe alsof het niks is dat we midden in een woestijn zijn, met andere kleren en wapens, maar eerlijk gezegd ben ik ook wel een beetje bang. En ik kan merken dat Tess dat ook is. We lopen een stukje in zuidelijke richting – wat we hebben bepaald door het kompas in de schoudertas van Tess – en nog geen vijf minuten later zien we in de verte een persoon. Als we dichterbij komen zien we dat het Eve is. Ze heeft een soort van wit gewaad aan en het lijkt alsof ze, anders dan ons, niet gewapend is. Maar schijn bedriegt waarschijnlijk. Haar haren en kleren wapperen in de wind. Dan dringt het tot me door. Welke wind? Het is hier windstil. Maar als we nog maar tien meter bij haar vandaan zijn word ik bijna omver geblazen door een windvlaag. Die wind dus.

				\*\*\*CAITLYNN\*\**

In de verte zie ik schimmen. Ik haal de boog van mijn rug en leg er een pijl op, zodat ik kan schieten als dat nodig is. Ik hoop dat het mijn vriendinnen zijn. Maar het zou zomaar kunnen zijn dat dat niet zo is. Ik vraag me echt af wat er gebeurt is. Waar ben ik. Ik heb een vaag vermoeden dat Eve meer weet. Ze doet de laatste tijd erg raar, en vandaag was ze er helemaal niet met haar gedachten bij. Ik kijk nog een keer naar mijn kleren. Ik zie er een beetje uit zoals de meesten zich waarschijnlijk Robin Hood voorstellen. Mijn kleren zijn helemaal groen. Ik hou van groen, dus zo erg vind ik het niet. Dan kom ik met mijn gedachten weer terug bij de werkelijkheid en ik zie mijn vriendinnen op me afrennen. Eve in het wit, de onschuld zelve. Taylor in het zwart, de vechter van de groep. En de nogal vaak hyperactieve Tess in alle kleuren van de regenboog. En ik in het groen, ik, de dieren- en natuurliefhebber. Nadat we elkaar begroet hebben en de meiden klaar zijn met vertellen hoe blij ze wel niet zijn dat ze me gevonden hebben zeg ik: “Valt het jullie niet op dat het is alsof onze kleren ons karakter weerspiegelen?” “Heel goed, slimme meid,” klinkt het van achter me. Ik draai me om. Voor me staat een jongen met een zwarte broek tot net over zijn knieën en en zwart hemd aan. Zijn haar is al net zo zwart en het reikt tot net onder zijn oren, maar je kunt vanaf de voorkant zien dat het in een punt naar onder in zijn nek loopt. Hij heeft net als Taylor een zwaard op zijn rug, en aan de riem om zijn middel hangen diverse messen, groot en klein, dik en dun. Naast hem staat een grote hond, eigenlijk is het meer een wolf. Ik had verwacht dat Eve zou gillen, of minstens een paar achteruit gaan, want ze is als de dood voor honden. Maar dat doet ze niet. Ze loopt naar het beest toe en aait het.

euh,
Het thema van het verhaal trekt mij wel een beetje. Maar alinea’s zijn handiger. En ook zag paar woorden die aan elkaar waren. Maar ik vind 2 pov altijd net gaan. want dat leest nog wel prettig maar nu moet je steeds om schakelen naar andere karakters. en misschien is ene inleiding ook wel een leuk idee of een proloog.
maar verder is je schrijfstijl wel fijn. dus Kom maar op met het volgende stukje


Alinea’s zijn fijner inderdaad, maar twee pov’s vind ik altijd wel fijn lezen, zolang het maar duidelijk is wie - wie is.

Ik vind, sorry can't help it

Oh zag ik niet. dankje