Ik heb een verhaal geschreven ff kijken of ik goed schrijf.
Ik deed het raam open en het fele felle zomerlicht scheen in mijn ogen.
Het eerste wat ik zag is jou en rozen , jou fele felle blauwe ogen riepen mij als kind naar een snoepjeswinkel , maar onze liefde zou nooit tezamen komen , want jij was maar een paleisdienaar en ik de prinses en straks de konining van een groot rijk , zoals elke week zou jij mijn rozen vervangen en mijn tedere hartje met liefde vullen. Ik liep naar beneden en zag je daar het zweet aan je t-hirt t-shirt afvegen en onder het t-shirt zat een lijf dat schreeuwde dat ik het moest aanraken , gelukkig kon ik mezelf nog altijd vermannen. Ik liep de tuin geruisloos in en jij zei met een kalme stem hallo , mijn hart deinzde deinsde tekeer alsof ik net 30 kilometer had hardgelopen. Ik wilde naar de markt zei ik tegen jou , en ik vroeg rustig of je mee wilde , ik dacht dat ik nooit zoveel lef zou hebben , en jij sprak met je liefe lieve stem uit dat je mee zou gaan en samen liepen we de tuin uit…
Hoe vonden jullie het eerste stuk?