Goed. Dit topic is bedoeld om een aantal dingen van me af te schrijven, zaken die ik nooit aanspreekbaar maak, aanspreekbaar durf te maken en daarnaast aanspreekbaar wil maken. Ik zit in de knoop met mezelf en het opgekropte gevoel wil ik doen laten verdwijnen. Weten waar het gevoel vandaan komt en hoe het weg kan gaan.
Ik ben eigenlijk altijd een heel vrolijk meisje geweest. Werd op de basisschool weleens geplaagd omdat ik een stuk hogere cijfers haalde dan klasgenoten. De bijnamen ‘stuut’ en ‘lievelingetje van de juf’ waren niet bijzonder voor me en m’n moeder die me ervan verzekerde dat het bijnamen uit jaloezie waren stelde me gerust. Ik weet nog wel dat ik een taaltoets een keer expres verpest had, in de hoop dat ik in het groepje kwam waar leerlingen extra hulp (en dus aandacht kregen) kregen. Mijn juf was uiteraard de domste niet, dus dit gebeurde uiteraard niet. Uiteindelijk kreeg ik alsnog m’n extra aandacht in het ‘excellente groepje’. Al had ik liever gehoopt op groepje voor extra hulp. Sociale contacten onderhouden ging prima, er kwamen regelmatig vriendinnetjes over de vloer. Buiten om dat leefde ik ook erg in mijn eigen wereldje, een soort fantasiewereld, en zat ik soms huilend op het schoolplein. Dit laatste was denk ik een typische manier om aandacht te zoeken, ik zocht de reden om huilend aangetroffen te worden en dus aandacht te krijgen in ieder geval altijd op.
Waarom vertel ik dit zul je denken? Ik denk namelijk dat deze aspecten invloed hebben gehad/invloed hebben op de manier hoe ik me nu voel.
Afijn, met een net vwo-advies vertrok ik naar de middelbare school, waar ik terecht kwam in een klas met zowel vmbo, havo als vwo/gymnasium leerlingen. De brugklas was een fijne tijd, ik kon met iedereen goed overweg, en de klasgenoten die mijn vaste vriendinnengroepje niet leuk vonden kon ik prima mee omgaan. Naast positief zou je die ook negatief op kunnen vatten. Ik wist niet wie ik was en wie ik wilde zijn. Maar goed, als puberzijnde had iedereen hier weleens last van. Wel werd er vanaf de tweede klas (havo/vwo) veel ruzie gemaakt binnen dit vaste groepje, ook ik veranderde van het lievelingetje naar het rebelse meisje dat ook ineens de klas werd uitgestuurd, ruzie maakte en daarnaast niets meer voor school deed. Op mijn beste vriendin -en tevens ook het meisje dat door de andere vriendinnen langzaamaan het groepje uit werd gekikt- toendertijd en ik na, had iedereen het advies om naar de havo te gaan. Omdat ik met drie rapporten waarbij ik het vwo-advies kreeg en de twee laatste rapporten waarbij ik havo-advies kreeg het privilege niet meer had om per direct naar het VWO te mogen, werd tevens ook in een vergadering besloten dat het beter zou zijn als ik naar de havo zou gaan.
Deze drie jaren op de havo kan ik het beste omschrijven als: laks, gezellig, met samenvattingen mijn eindexamens halen, onzeker en dromerig.
Na het behalen van mijn havo-diploma, heb ik als ik het nu bekijk zonder me al te veel te hebben verdiept, besloten een bepaalde HBO-opleiding te doen. Met de meest gezellige klas die ik ooit had gehad, het leven en vertrouwen op herkansingen en daarnaast het uitgaan te hebben ontdekt, had ik een prima studententijd. Tot de volwassen geest in me -gelukkig- in maart heeft besloten dat het beter zou zijn te stoppen met deze opleiding. Want naast de leuke studententijd die ik had, zag ik mezelf dit echt geen vier jaar doen en al helemaal niet in het werkveld terecht komen. Een goede keuze is het dus geweest. Ja ja, blijkbaar kan ik ook goede keuzes maken. Al had ik deze keuze helemaal niet hoeven maken als ik ervoor een bepaalde -goede- keuze wél gemaakt had. Maar aan terugdenken heeft niemand iets.
Deze geschiedenis van mij geeft deels een indicatie van hoe ik nu in het leven sta en bepaalde zaken zullen daar misschien een verklaring voor zijn.
Het lijkt nu namelijk vast of ik een doorsnee meisje ben, waar het prima mee gaat, maar op dit moment en het afgelopen jaar voel ik me + heb ik me echt verschrikkelijk gevoeld. Wie ben ik? Ik studeer inmiddels iets waarbij de branche waar ik later waarschijnlijk in terecht kom me wél aanspreekt. Echter heb ik me gedurende de 7 maanden dat ik hieraan studeer ondervonden dat deze opleiding een uitgekauwde, massale opleiding is waar je later eigenlijk weinig mee kunt. ‘Het leek me wel leuk’ ‘Ik wilde iets met media doen’, zijn de meest gehoorde redenen om aan deze opleiding te beginnen. Daar wordt het samenwerken met ‘dit soort types’ niet echt beter op kan ik je vertellen. Ik wil absoluut niet uit de hoogte doen, wat mijn cijfers betreft sta ik op het punt van school getrapt te worden, maar ik denk dat er zoveel meer in deze opleiding had kunnen zitten en er veel beter op was geweest zonder dit soort types. Beter voor de opleiding zelf als voor het flinke aantal gediplomeerden dalijk.
Het komt er dus, zoals ik al eerder vermeldde, op neer dat ik met flinke concentratieproblemen zit. Het lukt me gewoon totaal niet om motivatie op te brengen. Planningen, ik maak ze. Ze nakomen, het lukt me gewoon met geen mogelijkheid. Al lerend en huiswerk makend in de bibliotheek vraag ik me af waarom ik vier jaar lang zou leren voor iets waar duizenden werkzoekend voor zullen solliciteren. Me ondertussend afvragend hoe ik mezelf het beste kan onderscheiden etc. Concentratieproblemen die er elke keer weer voor zorgen dat ik een paar uur voor de deadline ergens aan begin. Nog steeds vertrouw op herkansingen. Zorgen voor wekelijkse huilbuien. En tot overmaat van ramp ervoor hebben gezorgd dat ik dit eerste jaar mijn Propedeuse niet kan halen. Ja, ik had het tentamen makkelijk kunnen halen.
Al die opleidingfrustraties zorgen, en daarnaast ook nog een hoop andere zaken, zorgen ervoor dat ik me continue aan het vergelijken ben met anderen.
‘Die en die hebben wel VWO gedaan’
‘Had ik ook maar mijn best op de middelbare school gedaan’
‘Universiteit, studentenvereniging, studie met perfecte toekomst, op kamers in een studentenstad, waarom lukt het hun wel allemaal’
‘Oh die en die hebben wel lang genoeg gespaard om hun rijbewijs te kunnen betalen’
‘Waarom zijn zij wel gemotiveerd en doen ze iets wat ze echt willen’
Gedachten die vast weleens bij iemand op zullen komen. Pure jaloezie. Maar ik blijf me vergelijken. Dat terwijl het ideale beeld dat ik van ze heb, waarschijnlijk ook alleen is wat de buitenwereld ziet. Net zoals men dat misschien bij mij heeft. Al zou ik me niet kunnen voorstellen waarom. Zouden zij ook die ‘wat zouden die en die ervan vinden als ik dit doe’ gedachte hebben?
Hetgeen waar ik het meest mee zit heeft te maken met m’n ouders en vriendinnen. Ik heb veel vriendinnen. Althans, ik doe veel gezellige dingen met verschillende vriendinnengroepjes. Alleen vraag ik me af wanneer je iemand een vriendin kunt noemen. Is dat als je gezellige dingen met elkaar doet? Of als je het idee heb dat je alles bij diegene kwijt kunt? Of is dat laatste dan misschien een goede vriendin, of hoor je bij elke vriendin alles kwijt te kunnen. Dingen waar ik me eigenlijk helemaal niet druk om hoef te maken, ik heb immers genoeg afleiding. Maar omdat ik bang ben dat men mij, bij wat dieper nadenken, eerder iemand noemt waar die mee omgaat dan een vriendin zou noemen, blijf ik met de vraag in m’n hoofd wanneer je iemand nou een vriendin kunt noemen. En of ik wel zoveel vriendinnen heb als ik dacht. Bang dat de meeste vriendschappen ontzettend oppervlakking zijn. Wat misschien ook wel zo is. Credits naar twee onwijs goede vriendinnen. Ik weet dat ze bestaan.
Het laatste punt is mijn familie. Aan de ene kant voel ik me heel erg het zwarte schaap van het gezin en aan de andere ben ik precies mijn vader. Al botst dat voornamelijk. Twee personen die niet over hun gevoel kunnen praten, een sterke mening hebben en eerder bot dan lief reageren zorgt samen helaas niet voor magische combinatie. Daarnaast heb ik een moeder. Een moeder waar ik onwijs blij mee mag zijn, dat weet ik, maar op de een of andere manier blijft iets in mijn brein er voor zorgen dat ik haar afstoot en onwijs bot reageer op alles wat ze zegt. Zelfs als ze, ik noem maar even een recent voorbeeld, een kop thee op bed komt brengen terwijl ik ziek ben. Ik mag onwijs blij zijn met mijn moeder, zo lief als ze is, het feit dat zij, mijn lieve moeder tegen me zegt dat ze zo ontzettend moe van me wordt. Dit zei ze vanavond nadat ze haar geshopte kleren uit Amsterdam kwam laten zien, na haar een hele dag niet gesproken te hebben. Mijn chagrijnige reactie toen ze het wilde laten zien: ‘Ooh ik hoef het niet te zien hoor’. Ik schaam me. Mijn moeder de engel en ik de duivelse dochter. Daarnaast heb ik een broer die het helemaal heeft gemaakt, in het vierde jaar van zijn opleiding zit met een stage waar hij na afstuderen mag blijven werken, ik weet dat mijn ouders trots zijn op hem. En terecht. Ook mijn zusje gaat perfect op school. Ze doet onwijs haar best en haar inzet wordt beloond met achtens en negens. Of ik jaloers ben? Ja. Ik kan me niet voorstellen dat mijn ouders ergens trots op kunnen zijn bij mij. Ik ga alleen oppervlakkige gesprekken met ze aan over problemen zullen wij het nooit hebben. Zo ben ik niet, maar zou ik graag willen zijn.
Daar waar ik mijn huidige opleiding uitgekauwd vond is dit bericht ook ontzetten uitgekauwd geworden. Ik ben wel vaker begonnen met dit soort berichten, zonder het af te maken. Het komt er op neer dat ik mezelf te kort doe, veel te veel nadenk en problemen liever uit de weg ga dan ze oplos. Ik huil mezelf dagelijks in slaap, niets maakt me gelukkig en daarmee stoot ik mensen af. Mensen die ik het bij voorbaat absoluut niet gun, ontvangen regelmatig een bitchy opmerking van me. Ik wil dat ik weer lekker in m’n vel zit en ik wil weten wie ik echt ben. Juiste beslissingen maken. Volwassen zijn. Sociaal zijn. Me aan afspraken houden. Keuzes maken. Niet van alles een beetje, maar concreet zijn.