Vandaag is de dag, de dag die ik haat. De eerste schooldag van het jaar. Ik haat deze dag niet, omdat ik weer naar school moet. Ik ben bang voor wat anderen van me denken. Het is nu ongeveer vijf jaar geleden, dat het gebeurde. Ze hadden me gebruikt, de vrienden die vertrouwd waren. Ze deden zich voor als echte vrienden, maar ik moet hun boete betalen. Het was geen geld bedrag, het was erger. Als ik eraan terug denk word ik weer boos. Vanaf die dag ben ik elke schooldag bang dat hetzelfde weer gebeurt, vooral deze dag. Ik ga voor de zoveelste keer naar een andere school, omdat ik op de andere school slechte cijfers haalde.
Ik loot het de wiskunde les binnen en we krijgen weer de gewoonlijke preek. “Suzanne, luister je wel wat ik zeg?” vraagt meneer Heerkens. " Het is super slecht dat ik je naam nu al weet, ik heb gehoord dat je het niet goed deed op andere scholen. Je moet oppassen jonge dame. Je examen jaar komt eraan, zo haal je nooit je vwo-diploma." “Ja, Ja meneer. Ik zal het opletten.” Ik rol met mijn ogen en heb meteen mijn eerste uitstuurbrief van het jaar. Nu lijkt het net of het me niks doet, het doet me wel iets. Alleen Ik wil niet meer gezien worden als het hulpeloze meisje van vroeger. Ik wil alles uitwissen wat met mijn verleden te maken heeft. Ik wil een tweede kans en een nieuwe start. Iets wat ik nooit zal krijgen. Als ik de les weer in mag, staart iedereen me aan. Aan het einde van de les loop ik zo snel mogelijk het lokaal uit. Weg van alle drukte en alle vragen.
Ik loop het biologie lokaal binnen. Mijn lichaam verstijft meteen als ik hen zie zitten. Al het bloed trekt weg uit mijn gezicht. Mijn adem blijft in mijn keel stokken, mijn handen beginnen te trillen. Nee! Dit kan niet waar zijn!