Eerste stuk:
Langzaam sta ik op uit de stoel en schuifel ik naar de andere kant van de kamer. Ik til mijn dunne arm op en zie hoe de aders zwak doorschemeren door het dunne rimpelige vel. Voorzichtig pak ik mijn barre vast en zet mijn voeten in de eerste positie. Mijn hand omklemt de houten leuning stevig terwijl ik met mijn pliè oefening begin. Ondanks mijn ziekte en zwakheid vind ik toch nog de kracht om te doen wat ooit mijn leven beheerste. Om te doen wat nu nog mijn leven beheerst.
Ik adem diep in terwijl ik de geur van leer en pasgewassen kleren opsnuif. Ik bind mijn haar strak naar achter in een staart terwijl ik weer uitadem. Als ik een goede staart heb gemaakt, draai ik mijn haar in een knotje. Ik zet mijn voeten, gehuld in versleten schoentjes, naast elkaar, terwijl de muziek langzaam begint. De rustige piano klanken vullen de ruimte. Ik open mijn mond een klein stukje en vul mijn longen met lucht. Ik voel mijn borstkas iets uitzetten, maar weet dat het nauwelijks merkbaar is. Terwijl ik uitadem wordt mijn borstkas weer slanker en hervind ik mijn evenwicht. Ik sluit zachtjes mijn ogen en ban alle gedachtes uit mijn hoofd die niks met deze les te maken hebben. School, vrienden, huiswerk, alles. Dan open ik mijn ogen op het moment dat de muziek begint en val in op het ritme. Double jeté, assemblee, piqué, ik ga door. Steeds meer sprongen, steeds sneller. De bewegingen adem ik en laat ze een voor een mijn lichaam beheersen. Ze putten me uit, maar op een goede manier. Ik ga door, mijn dubbele pirouette sluit ik af met een arabesque. Ik laat mijn lichaam rusten, en adem diep in. Dan zwelt de muziek weer aan en ga ik vol overgaven verder waar ik gebleven was. Ik spring snel op mijn spitzen en ik dans.
De rustige pianoklanken van het nummer sterven langzaam weg en geven mij even de tijd om weer op adem te komen voordat ik met mijn battement tendu begin. Nog steeds dezelfde battement tendu als 50 jaar geleden, niks is hij veranderd. Het was de laatste die ik ooit geleerd heb, en trouw doe ik hem nog steeds elke dag. Steeds opnieuw. Ik beheers hem, alles klopt. Een beheersing die nog nooit zo goed is geweest, nog nooit zo sterk. Maar toch haalt hij het niet. Ik kan niet alles beheersen, niet alles controleren, hoe graag ik het ook zou willen.
Terwijl ik een soutenu maak om van kant te wisselen denk ik aan alle lessen die ik heb gevolgd. Aan alle leraren die ik heb gehad. Aan alle voorstellingen die ik heb gedanst. En dat waren er veel. Maar een voorstelling is mij altijd bij gebleven. De voorstelling van het Zwanenmeer. De voorstelling met een dodelijk eind.
Nog steeds verder? En kritiek?