Hoofdstuk 2
‘‘Waar was je?’’ Vroeg opa Carlisle toen ik door Seth thuis was gebracht. ‘‘Bij Billy.’’
Hij knikte kort en suste mijn vader die waarschijnlijk een preek wilde beginnen. ‘‘Zoon, ze is terug, ze is veilig. Als Bella twee maanden weg was zou jij ook willen weten waar ze was.’’
‘‘Bella is mijn vrouw.’’
‘‘En Jacob en Renesmee hebben een unieke band. Jij weet wat ik bedoel. Laat het gaan.’’
Hij knikte en staarde me aan. ‘‘Ik denk dat het inmiddels wel bedtijd is, Nessie. Morgen is je eerste schooldag en ik wil dat je je best daarvoor doet.’’
‘‘Ik weet het. Slaap lekker pap.’’
Ik drukte een kus op zijn wang en liep de twee trappen naar boven. Ik voelde direct hoe moe ik was en ging op de rand van mijn bed zitten. Mijn mobiel had de hele dag op bed gelegen en het lampje knipperde. Snel ontgrendelde ik mijn telefoon en zag dat ik een nieuwe sms had:
‘Je hebt gelijk, ik ben terug.
Je hebt geen idee hoeveel spijt ik heb.
Jake.’
Ik snakte naar adem en drukte op het icoontje om hem te bellen.
Zoals ik al verwacht had nam hij zijn telefoon niet op en besloot ik hem terug te sms’en.
‘Waarom neem je niet op?’ Stuurde ik boos. Hij was me een verklaring schuldig!
‘Je moet morgen voor de eerste keer in je leven naar school,
Je hebt slaap nodig,
en mijn verhaal is te lang om via de telefoon te bespreken.’
Woedend smeet ik mijn smartphone tegen de muur kapot en trok tierend mijn pyjama aan. Ik ging in mijn bed liggen en staarde met grote ogen naar het plafond.
Ik had gelijk gehad! Ik had zijn geur geroken, naar zijn halve muffin gekeken, ik had hopeloos achter hem aangerend!
Toch gaf hij me voor de zoveelste keer het gevoel dat onze vriendschap niets voor hem betekende en dat maakte me kapot. Betekende hij dan echt zo veel meer voor mij dan dat ik voor hem betekende?
De volgende ochtend kwam ik maar met moeite uit mijn bed. Ik had een beroerde nacht achter de rug door alle rondspinnende gedachten over Jake en zag ontzettend tegen mijn eerste dag op school op. Ik kon niet naar Forks’ High School omdat ik te veel op mijn ouders leek en zij daar pas zes jaar weg waren. Daarom ging ik naar school in La Push. De school had zo’n tweehonderd leerlingen en was dan ook niet erg groot te noemen.
Ik hoopte vurig dat ik bij de andere leerlingen paste en ze me niet buiten zouden sluiten. Ik zou binnenstromen in het examenjaar in een klas die dus al vijf jaar bestond, iets wat het niet echt makkelijker maakte.
‘‘Heb je je telefoon kapot gegooid wegens Jacob?’’ Hoorde ik papa aan de andere kant van de deur vragen. ‘‘Blijf uit mijn hoofd!’’ Kreunde ik gefrustreerd.
‘‘Wat ik vragen wilde…’’ Ging hij verder. ‘‘Zal ik je naar school brengen?’’
‘‘Oh ja, dan maak ik vast een goede eerste indruk.’’ Zei ik sarcastisch terwijl ik een strik in de centuur van mijn rokje legde.
Ik maakte me op op de manier die Rosalie me had uitgelegd en moest eerlijk toegeven dat ik er goed uit zag.
Ik huppelde naar beneden omdat ik stiekem toch wel zin had in mijn allereerste schooldag en staarde naar de boterham die op mijn bord lag. ‘‘Ik heb geen honger!’’
‘‘Neem hem dan mee in je tas.’’ Beval mama me. ‘‘Welke tas?’’
Ze grinnikte en keek me toen schuldig aan. ‘‘Sorry lieverd, ik vergeet steeds dat het echt de allereerste keer in je bestaan is. Je hebt op school een tas nodig om je spullen in mee te nemen.’’
Ik rolde met mijn ogen en staarde naar de afschuwelijk lelijke rugzak die mijn moeder tevoorschijn toverde. Ze zag me er vol walging naar kijken en ik stormde naar boven om een iets gracieuzer model op te halen. Er zou waarschijnlijk geen boek inpassen, maar een goede eerste indruk achter laten vond ik belangrijker dan een of ander stom studieboek.
‘‘Zeker weten?’’ Vroeg mama me. Ik knikte naar haar, stopte mijn brood in een trommeltje in de tas en hing hem over mijn schouder. ‘‘Hoe ga je naar school?’’ Vroeg ze argwanend. Ze had uiteraard gehoord dat ik papa’s voorstel had afgewezen. ‘‘Te voet.’’
‘‘Ze zien je aankomen.’’ Mopperde papa. ‘‘Hoezo? Ik ga zó snel dat ze me niet eens zien!’’
Hij trok een scheef gezicht en stuurde me naar de auto. Fijn, dat begon al goed.
Bij het gebouw aangekomen stapte ik vliegensvlug de auto uit en smeet de deur met een klap dicht. ‘‘Gedraag je op zijn minst een beetje menselijk.’’ Hoorde ik papa in de auto zeggen. ‘‘Oeps.’’ Fluisterde ik.
Ik probeerde op een menselijke manier naar de ingang te lopen, maar had nog steeds het gevoel dat ik huppelde. Het feit dat ik ieder gesprek op het schoolplein duidelijk kon verstaan maakte het er niet makkelijker op.
‘‘Is dat het nieuwe meisje?’’
‘‘Ze lijkt op een pop!’’
‘‘Wat is er mis met haar?’’
En bij enkele jongens ging het gesprek verder met: ‘‘Fucking lekker.’’
Ik rolde met mijn ogen en liep de school binnen om me te melden bij het servicepunt. De vrouw die er stond knikte vriendelijk naar me en vroeg waarmee ze me kon helpen.
‘‘Ik ben nieuw.’’ Begon ik ongemakkelijk. Toen keek ik haar strak in haar ogen aan en zag dat ik haar van haar stuk bracht. Ik zag er vast enorm menselijk uit nu. Top.
‘‘Juist ja. En je naam is…?’’
‘‘Renesmee Carlie Cullen.’’
‘‘Cúllen?’’ Vroeg ze verbaasd. ‘‘Ik wist niet dat ze nog iemand hadden geadopteerd?’’
Ik wist dat ze op mijn opa en oma doelde en besloot tegen haar te liegen om mijn ouders te beschermen. ‘‘Ja, ik ben een eh… Latertje.’’
‘‘Goed. Renesmee, hier heb je alle nodige informatie op papier. Je eerste les begint over twee minuten in lokaal F004. Ik wens je een fijne eerste dag toe!’’
‘‘Bedankt mevrouw.’’ Zei ik voordat ik weg liep en mijn ogen door de hal liet glijden. Ik besloot naar de gesprekken van de rondlopende studenten te luisteren en hoorde er al snel één waar ik wat aan had.
‘‘Waar hebben we les?’’ Vroeg een jongensstem ongeïnteresseerd. ‘‘F004. Wiskunde.’’ Zei een meisje vlug. Ze leek hem maar al te graag antwoord te willen geven en ik grinnikte even. Snel keek ik bij welke mensen de stemmen hoorde en liep ze toen achterna.
In de klas stond een getinte docent die me vriendelijk aankeek. ‘‘Goedemorgen meneer, ik ben nieuw. Renesmee Cullen.’’
Hij schudde me de hand. ‘‘Meneer Richardson. Fijn dat je er bent, ga zitten.’’
Ik nam achterin het lokaal plaats en negeerde de nieuwsgierige blikken. Mijn eigen ogen bestudeerden de studenten die er al zaten en ik zag direct dat er een paar meiden waren waarmee ik geen vriendinnen zou worden. Ze waren over me aan het roddelen en spoorden elkaar aan om naar me toe te komen.
De ‘leider’ van het groepje stond op, haalde een hand door haar blonde haren en liep heupwiegend op me af.
‘‘Lana is de naam. En jij bent?’’
‘‘Renesmee.’’
‘‘Hoe?’’ Vroeg ze met een gemene ondertoon in haar stem.
‘‘Renesmee.’’ Zei ik nogmaals. Ze lachte naar me en zei: ‘‘Wie hebben dat bedacht?’’
‘‘Wat dacht je van mijn ouders?’’ Antwoordde ik scherp. Lana klapte haar mond dicht en leek even heel hard na te denken over een nieuwe opmerking.
‘‘Dan hebben ze vast een ehh… Foutje gemaakt.’’
‘‘Jouw ouders wel ja. Ze hadden je beter Onnozel kunnen noemen.’’ Vuurde ik terug voordat ze een rood hoofd kreeg en bij me vandaan beende.
Ik hoorde haar tegen haar vriendinnen zeggen dat ik een kutwijf was en haalde mijn schouders op. De mening van die dozen kon me bar weinig schelen en ik staarde naar de deur waar de laatste leerlingen binnen stroomden. Als laatste kwam er een bruinharige jongen binnen. Hij had felblauwe ogen en zijn haar stond warrig omhoog. Ik hoorde het opgewonden geroezemoes van het gemene clubje vooraan en rolde met mijn ogen. Toen hij naast me kwam zitten verborg ik mijn gezicht achter mijn haar. Ik trok toch al genoeg aandacht zonder deze jongen naast me?
‘‘Ga je jezelf nog aan me voorstellen?’’
Ik beet ongemakkelijk op mijn lip en legde mijn hand in de zijne. ‘‘Renesmee. En jij?’’
Toen keek ik hem voor het eerst aan en zag zijn ogen glinsteren bij het zien van mijn blik. ‘‘Kevin. Je bent betoverend mooi, wist je dat?’’
Ik schudde mijn hoofd en schrok op toen meneer Richardson vroeg of ik me wilde voorstellen. Minstens twintig paar ogen keken nieuwsgierig mijn kant op en ik knakte nerveus met mijn vingers. ‘‘Ik ehh… Ik ben Renesmee.’’ Zei ik terwijl ik hard dacht aan wat Carlisle had gezegd. Hoe oud was ik ook alweer in mensenjaren?
‘‘Ik ben achttien jaar oud en kom het examenjaar op deze school doen.’’
Bij de achttien had ik sterk getwijfeld, maar ik zag eruit als achttien, dus wie zou me ongelijk geven?
‘‘Wat zijn je hobby’s?’’ Vroeg de jongen naast me.
‘‘Ehh…’’ Stamelde ik. Jacob was de eerste hobby die me te binnen schoot, maar dat zou te belachelijk klinken. Daarom noemde ik een rijtje op met dingen die ik leuk vond om te doen.
‘‘Ik speel viool, houd van koken en ben het liefst buiten.’’
‘‘Goed, Renesmee. Welkom in deze gezellige klas. We beginnen vandaag met worteltrekken.’’
‘‘Wortels?’’ Fluisterde ik tegen Kevin. Zijn blik was nog steeds op mijn gezicht gericht en ik deed verwoede pogingen om vooral niet zijn kant op te kijken.
‘‘Ja je weet wel. Die stomme sommen waar je tafels voor moet kennen.’’
Ik voelde het bloed naar mijn wangen stijgen. Papa had me thuis nota bene alles uitgelegd wat ik moest weten en nu leek ik het te zijn vergeten.
Gelukkig kwam de theorie snel terug en plaagde de docent me door me een moeilijke som voor te leggen. ‘‘Renesmee, wat is de wortel van vijfenvijftigduizend zeshonderd zesennegentig?’’
Ik hoorde de klas lachen en nam een hap lucht. ‘‘Tweehonderd zesendertig.’’ Zei ik na twee en een halve seconde. De klas viel abrupt stil en weer waren alle ogen op mij gericht. Ik liet een zenuwachtig lachje horen en haalde opgelucht adem toen de ogen niet meer naar me keken.
‘‘Meestal zijn slimme meisjes lelijk.’’ Fluisterde Kevin naast me. Ik zag dat hij mijn antwoord met de calculator op zijn telefoon controleerde.
Het uur tikte traag voorbij en ik stond met een ruk op toen de bel eindelijk ging. Moest ik deze marteling nu vijf dagen per week doorstaan? Dat kon niet waar zijn…
‘‘Heb je een vriend?’’ Vroeg Kevin toen hij met me mee naar buiten liep. De school was uit en de parkeerplaats stoomde vol met druk pratende studenten.
‘‘Ehh, nee.’’
‘‘Waarom niet?’’ Vroeg hij terwijl hij een sigaret in zijn mond stak. Hij hield zijn aansteker eronder en inhaleerde diep.
‘‘Ik ben te…’’ Jong, wilde ik zeggen. ‘‘Jongens vinden me eigenaardig.’’ Zei ik toen. Kevin haalde zijn schouders op en staarde me bedenkelijk aan. ‘‘Je bent ook best vreemd.’’
‘‘Thanks.’’ Zei ik met een glimlach op mijn gezicht. Hij stompte speels tegen mijn schouder. Ik voelde er weinig van. Zijn stomp had net zo goed een vlindertje kunnen wezen.
‘‘En heb jij een vriendin?’’ Vroeg ik om het gesprek gaande te houden.
‘‘Wel zes.’’
Mijn ogen rolden bijna uit hun kassen van verbazing en ik gaapte hem aan.
‘‘Grapje joh.’’ Grinnikte hij. ‘‘Ik ben al een paar maanden single.’’
Ik tuurde het plein over en hoopte daarbij vurig dat papa wist dat ik vandaag om drie uur klaar was. Op datzelfde moment reed er een glinsterend zwarte BMW het asfalt op en haalde ik opgelucht adem. ‘‘Ik ga er vandoor.’’ Zei ik vlug. Ik wilde zo snel mogelijk naar huis en moest moeite doen om mezelf niet in een achttiende seconde naar de auto te verplaatsen. Ik concentreerde me wanhopig op mijn ‘mensenloopje’ en stapte daarna vlug de auto in.
‘‘Je loopt verschrikkelijk.’’ Zei Emmett met een grijns. ‘‘Ik weet het.’’ Zuchtte ik.
‘‘Je bent te sierlijk om normaal te lopen.’’
‘‘Is dat nou een compliment?’’
‘‘Geen idee, dat mag je zelf bepalen.’’ Grinnikte hij speels. ‘‘Hmpf.’’
‘‘Er is een verrassing voor je.’’
‘‘Wat dan?’’
‘‘Bella vermoordt me als ik het je vertel.’’
Ik rolde met mijn ogen en keek uit het zijraam. Het groene mistige bos flitste in snel tempo aan ons voorbij en liet me beseffen dat Emmett harder reed dan toegestaan was. Binnen een klein kwartiertje stopte de auto dan ook in onze garage en snelde ik het huis binnen. ‘‘Waar is mijn verrassing?’’ Riep ik zodra ik in de kamer stond. Er gaf niemand antwoord. Gefrustreerd haalde ik mijn hand door mijn haren en keek Emmett aan die ook binnen kwam.
‘‘Ze zijn er niet eens, pap en mama.’’
‘‘Waarom dacht je anders dat ik je op kwam halen? Ik doe het niet voor mijn eigen plezier.’’
Ik keek hem kwaad aan en sprong handig en snel op zijn rug. ‘‘Je bent echt een klotige oom.’’
‘‘Klotig? Ik hoop dat ze je dat woord niet op school geleerd hebben. Het bestaat namelijk niet.’’
‘‘Alsof jij zo snugger bent.’’ Bromde ik nors. ‘‘Je hoeft niet snugger te wezen om slim te zijn.’’ Schaterde hij. Toen rende hij vliegensvlug de trap op en zette me voor mijn kamerdeur op de grond. ‘‘Je verrassing staat in je kamer. Doe ermee wat je wilt. Wees vooral niet zachtaardig.’’