thank you, ik zal er op letten vanaf nu !
Nu is het nog vervelender, dat ik er met niemand over kan praten. Overdag doe ik vrolijk en gezellig en als ik ’s avonds in bed lig, komen de tranen. Nu klink ik wel weer erg depressief, ben ik niet. Het is alleen zo dat ik het de hele dag op moet houden en ’s avonds komt het eruit. Als ik er met iemand over had kunnen praten, was ik misschien al over hem heen geweest. Oké, hou op Rosa. Aan andere dingen denken. School, al vijf minuten te laat. Maar nu ben ik er bijna. Dan fiets ik langs het huis van Casper. Altijd kijk ik even naar binnen. Verdorie nu denk ik weer aan hem. Op school aangekomen zie ik de mensen achter de balie al weer lachen, vast omdat ze eindelijk weer iets kunnen doen. Ze hoeven daar echt niks te doen, ze doen spelletjes op de computer. Ze worden blij gemaakt door leerlingen die te laat komen, eruit gestuurd worden, of zich ziek willen melden. Het zijn aardige mensen hoor. Op naar lokaal 214, geschiedenis. Meneer van der Blaak staat alweer een poging te doen om iets uit te leggen. En helaas moet ik die onderbreken. “Hallo!” Na raar gebrabbel van die man, ga ik maar op mijn plaats zitten. Ik begrijp hem nooit, evenals zijn uitleg. Hij heeft geen chronologische verbanden. In zijn hoofd vast wel, maar op het bord komen ze nooit zo duidelijk over. Dus mijn cijfers zijn ook wel te raden. Na een les geschiedenis, heb ik vaak weer een aantal ‘kunstwerken’ erbij, uit pure verveling. Behalve als ze worden afgepakt, dat bezorgt altijd gênante momenten. Dan houdt hij ze in de lucht en gaat hij aan mensen hun mening vragen. Meestal wil hij ook nog weten wat voor gevoel het uitstraalt, mijn god wat een rare vent. Het volgende uur zit ik naast Casper, bij Nederlands. Hele aardige lerares, maar er wordt nooit wat gedaan. Kletsen dus. Eerst vond ik dat geweldig, omdat ik naast hem zat. Maar nu is er slechts een ding dat ik tegen hem wil zeggen, verder krijg ik er niks meer uit. Soms kan ik zelf ook niet geloven dat ik verliefd op hem ben. Hij is een beetje dikkig, niet knap, sommige mensen denken zelfs dat hij homo is. Hij heeft heel veel meisjesvrienden, maar hij is geen homo. Misschien lijkt het nu alsof hij een player is, maar dat is hij ook absoluut niet. Tijdens de les praten we vandaag niet zo veel, wat algemene schooldingetjes. Dan vraagt hij ineens heel serieus:
‘Rosa, hoe gaat het eigenlijk met je?’
‘Eh, goed’ lieg ik. ‘En met jou?’
‘Weet je het zeker?’
‘Hoezo? Wat is er met jou?’ vraag ik een beetje geïrriteerd.
‘Ik weet niet, je lijkt niet zo vrolijk de laatste tijd…’
Ik weet niet hoe het komt, maar ik krijg ineens tranen in mijn ogen.