Dromerig staar ik naar buiten. De bomen, de koeien, de schapen en andere interessante dingen die je ziet als je op de snelweg rijdt, razen voorbij. Af en toe passeren we een andere auto en kijk ik of er leuke jongens in zitten.
Omdat ik me verveel probeer ik mijn iPod uit mijn tas te vissen wat me niet helemaal lukt omdat ik van alles in mijn tas heb gegooid: mijn pennenzak, papier, tijdschriften, mijn dagboek, zonnebrillen, 3 verschillende smaken Labello, een DS en PSP met bijhorende spelletjes, mijn koptelefoon en iPod oortjes, een zaklamp in de vorm van een varken, 3 boeken, dit keer waren het “de hongerspelen”, “De kronieken van de Onderwereld” en “spreuken en slaapzakken”, ik moet altijd iets om te lezen hebben, en nog een heleboel troep. Terwijl ik in mijn tas rommel hoor ik mijn papa vloeken: “Godverdomme! File! Het ziet er naar uit dat we dus later zullen aankomen bij Hannah”
Ik zucht: “fijn, deze reis is al zo saai, nu duurt het nog langer!”
Ik stop de oortjes van mijn iPod in mijn oren en zet het geluid loeihard. Het ene na het andere liedje komt voorbij en ondertussen probeer ik me voor te stellen hoe deze vakantie gaat worden. Hannah is al mijn beste vriendin sinds we in het 1e leerjaar naast elkaar in de klas waren gezet. Maar vorig jaar is ze naar Londen verhuisd omdat haar papa naar daar werd overgeplaatst voor zijn werk. De dag dat ze vertrok hebben we heel hard gehuild in elkaars armen. We houden wel contact via twitter, skype, msn, … maar het is toch niet hetzelfde als echt tegen haar praten.
Ik was dus superblij toen mijn ouders vertelden dat we in de zomervakantie naar Londen gingen gaan om Hannah te bezoeken. Ik moest glimlachen toen ik terug dacht aan al die momenten die we samen beleefd hadden en hoe leuk deze vakantie wel niet ging worden.