POV Barbara
‘Dan googlen we hem toch toch gewoon eventjes!’ zei ik terwijl ik overeind sprong de laptop te pakken. Oké ik wist dat google niet de meest betrouwbare bron van informatie was, maar als hij een of andere pedofiel was zouden we dat best moeten kunnen vinden. Ik startte mijn computer op terwijl ik ondertussen tegen Milou zei dat ze Gossip Girl van pauze af kon halen, mijn computer was zo langzaam dat we nog best even konden kijken.
We keken nog eventjes totdat Milou op mijn computer wees. ‘Bar, hij is klaar.’
‘Ja ik weet het maar we moeten we even wachten tot Nate in beeld komt, want als we hem dan op pauze zetten kunnen we de hele tijd naar hem kijken.’ zei ik met een zwijmelend glimlach. Ik had een niet erg geheime celebrity crush op Chace Crawford. Milou rolde met haar ogen en zette de tv op pauze.
‘Jammer dan, we hebben nu iets belangrijkers aan ons hoofd dan naar Chace Crawford te staren.’
‘Puh, niets is belangrijker dan Chace Crawford,’ zei ik beledigd, ‘Maar oké je hebt wel gelijk.’ zei ik terwijl ik Internet Explorer opstartte. Hij kwam meteen bij Google terecht.
‘Oké dus gewoon John Peterson intikken?’ vroeg ik aan Milou en ze knikte. Ik tikte de naam in en drukte op zoeken. Meteen verschenen er allemaal links op het scherm. Samen met Milou bestudeerde ik ze een tijdje.
‘Hoe weten we nou welke de goede is?’ vroeg Milou en ik wist daar ook niet echt een antwoord op. We hadden onze vader als meer dan veertien jaar niet gezien, we hadden geen idee hoe hij eruit zag.
‘Wacht,’ zei ik terwijl ik op een link wees, ‘zei mama niet altijd dat hij iets in de politiek deed?’ Vroeger hadden wij onze moeder altijd de oren van het hoofd gevraagd over onze vader, maar het enige wat ze altijd geantwoord dat hij het veels te druk met zijn baan in de politiek en dat hij geen tijd had voor kinderen en dat we beter af waren zo met zijn drieën. Plotseling dacht ik weer aan vroeger, aan hoe ik elke avond voordat ik ging slapen wenste dat mijn vader de volgende ochtend aan het ontbijt zou zitten. En hoe ik elk jaar op mijn verjaardag als ik mijn kaarsjes uitblies wenste voor een vader. Mijn moeder heeft het altijd haar uiterste best gedaan om ons zo goed mogelijk op te voeden, maar het was zwaar voor haar om in haar eentje twee dochters op te voeden. Ik weet nog goed dat Milou en ik vroeger altijd verzonnen wie onze vader kon zijn, heel lang wilden we dat het een koning van een ver land die op een dag ons op zou komen zoeken en ons heel rijk en gelukkig zou maken. Maar toen wij Pirates of the Carribean gezien hadden vonden we Orlando Bloom ook wel geschikt. Totdat we erachter kwamen dat hij misschien wel een beetje te jong was.
‘Joehoe aarde aan Barbara,’ zei Milou terwijl ze met haar vingers voor mijn gezicht knipte.
‘Sorry, ik was even in gedachte verzonken,’ verontschuldigde ik me.
‘Ja dat blijkt,’ lachte Milou en ik vestigde mijn aandacht weer op het computerscherm. Ik zag dat Milou de pagina had aangeklikt waar ik op had gewezen. Ik begon het artikel te lezen. “John Peterson joined Politics in 2005. He previously held posts teaching international, European and American politics at the Universities of Glasgow, York…”
‘Denk je dat dit hem is?’ vroeg Milou waardoor ik ophield met lezen.
‘Ik zou het niet weten, er staat een foto bij. Maar ik zou echt niet weten of dat hem is.’
‘Ik ook niet. Maar vind je niet dat zijn ogen een beetje op die van jou lijken?’ zei Milou terwijl de foto aandachtig bestudeerde. De man had wel een soort van lichtblauwe ogen maar of het nou dezelfde waren. Ik keek Milou aan en probeerde gelijkenissen tussen haar en de man op de foto te vinden, maar dat lukte niet echt. Milou was echt een sprekend evenbeeld van onze moeder. Ze hadden dezelfde donkerbruine haren en precies dezelfde kleur ogen. Ik daarentegen had lichtblauwe ogen en roodbruine krullen. Vroeger dachten mensen daarom ook altijd dat ik geadopteerd was, als ze al dachten dat ik uit hetzelfde gezin kwam. Maar Milou en ik waren toch wel degelijk een tweeling ook leken we dan misschien totaal niet op elkaar.
‘Wacht eens, heeft mama niet op zolder een doos met foto’s staan? Misschien zit daar een foto van hem in. Dan kunnen we vergelijken. Kom op,’ zei ik terwijl ik opgewonden overeind sprong.
‘Maar kunnen we dat wel doen? Ik bedoel straks komt mama thuis.’ zei Milou een beetje vertwijfeld. Milou was de voorzichtige van ons twee, ik bedacht vaak juist impulsieve plannen zonder ook maar aan de gevolgen te denken. Dit bracht me dan ook vaak in de problemen, maar dat is een ander verhaal.
‘Mama komt vast niet nu thuis, ze werkt al de hele week over. Dus nu vast ook. Kom op mietje,’ zei ik terwijl ik Milou uitdagend aankeek. Ik wist dat haar nieuwsgierigheid haar uiteindelijk over de streep zou trekken. Ze zuchtte en stond op. Yes een-nul voor mij.
We liepen de trap op naar zolder en keken daar rond. Onze zolder was echt een ontzettende rotzooi. We dumpten daar al onze troep en keken daar eigenlijk nooit meer naar om. Hij stond dan ook helemaal volgebouwd. De enige reden dat ik ook wist over die doos met foto’s was omdat ik hem vorige week tegenkwam toen ik op zoek was naar een oud boek van mijn moeder dat ik toen wilde lezen.
‘Oké weet je nog waar de doos stond ongeveer?’ vroeg Milou terwijl ze de zolder rondkeek.
‘Ehm nou niet precies,’ zei ik een beetje zachtjes. ‘Maar als jij nou de rechterkant neem, neem ik de linker en dan hebben we hem vast zo.’ Milou stemde er mee in en we begonnen te zoeken. Ik kwam echt de verschrikkelijkste rotzooi tegen en ik nam me voor om ooit deze zolder op te gaan ruimen. Ook al wist ik dat het er nooit van zou komen.
Na nog geen vijf minuten hoorde ik vanaf Milou’s kant; ‘Bar, ik heb hem.’ En snel liep ik naar haar toe. We gingen op de grond zitten en we pakte beide een stapeltje foto’s en begonnen ze te doorzoeken. Ik zag allemaal oude foto’s van mijn moeder, ons huis en onze opa en oma. Ik kwam bij een foto van mij en Milou op een schommel. We moesten toen ongeveer drie zijn geweest.
‘Ah Milou kijk eens hoe lief we hier waren?’ Ik liet de foto aan Milou zien en ze moest lachen. Toen viel mijn blik op de volgende foto. Het was een foto van mijn moeder en een man op een strand. De man was hier jonger, had minder rimpels en nog geen ingevallen gezicht, maar je kon makkelijk de gelijkenis zien tussen hem en de man van de website. Ik draaide de foto om en achterop stond in het priegelige handschrift van mijn moeder geschreven: “Ik en John op het strand bij Scheveningen”. Ik tikte Milou aan en liet haar de foto zien.
‘Dit is hem.’ zei ik tegen haar terwijl ze de foto goed bestudeerde. Toen knikte ze, zij had de gelijkenis ook gezien.
‘Maar wat nu?’ vroeg Milou en op dat moment hoorde wij beneden: ‘Dag schatjes, ik ben thuis.’