Lieve meiden, sorry dat het zo lang duurde! Dat jullie het alvast weten, in de weekenden ben ik altijd nauwelijks thuis, dus vandaar het wachten. Bedankt voor de leuke reacties, super fijn om te zien dat jullie het graag lezen!
‘Goedemorgen meneer Ter Haalen, juffrouw Jones. Wat een genoegen u beiden weer te verwelkomen.’ Zegt Henriëtte, receptioniste van de Zilverlinde, op slijmerige toon tegen EJ. Nog zo één die haast klaarkomt bij zijn aanblik.
Afwezig staar ik naar de fontein in het midden van de lobby. Het rustige geluid van het kabbelende water kalmeert me enigszins.
Ik zucht en laat mijn ogen over de rest van de lobby glijden. Op vrijdagochtend is het, zoals gewoonlijk, tamelijk leeg. Pas tegen de middag zal het wat drukker worden.
Niet dat de Zilverlinde daar erg onder te lijden heeft, ze maken een enorme omzet.
Het is de favoriet bij de elite in Nederland, en dat is niet voor niets.
De Zilverlinde staat bekent om zijn onberispelijke service, prachtige uitstraling, enorme variëteit aan massages, stoombaden, sauna’s en andere behandelingen. Dat ze geweldige cocktails en heerlijke gerechten hebben, werkt ook niet in hun nadeel.
Henriëtte knippert charmant met haar wimpers als ze een lading handdoeken, badjassen en teenslippers op de balie legt.
‘Een hele prettige dag verder. Als ik je ergens mee van dienst kan zijn, wat dan ook, laat het me weten.’ Haar stem klinkt gemaakt hees. Een beetje als een pornoster in een slechte b-film. Volgens mij is Henriëtte zo toegewijd aan haar baan dat ze zelfs buiten haar taakomschrijving werkt. Wat een heldin!
Ik grinnik om mijn eigen sarcasme. EJ kijkt me aan met een opgetrokken wenkbrauw. Hij weet precies wat ik denk: Zielig typje.
EJ pakt de stapel op en geeft haar een speelse knipoog. Henriëtte giechelt nerveus en staart hem vervolgens smachtend aan. Haar telefoon gaat af. Ze lijkt het niet te merken.
EJ buigt zich naar voor. Henriëtte doet hetzelfde. Haar gezicht verraadt precies wat er nu door haar hoofd gaat. Ze wil EJ. Onmiddellijk.
Ze hangt nu ongeveer over de balie heen. EJ grijnst. ‘Volgens mij gaat de telefoon af.’
Even kijkt Henriëtte verward. Dan laat ze zich snel weer van de balie zakken. ‘Euh, ja. Natuurlijk. Dankjewel.’
Ze graait de telefoon uit de houder en neemt op. Haar hoofd is vuurrood. ‘Goedemorgen, met de Zilverlinde. Waarmee kan ik u van dienst zijn?’
Lachend lopen EJ en ik naar de kleedkamers. We zouden echt op moeten houden met deze streken, het begint behoorlijk flauw te worden.
‘Hier, V.’ EJ geeft me een badjas, een paar teenslippers en twee handdoeken. ‘Ga je omkleden, ik zie je zo.’ En dan verdwijnt hij in de herenkleedkamer.
Ik duw de deur van de dameskleedkamer open en zie tot mijn opluchting dat deze leeg is.
De koelen beige stenen, het stromende water van de muur en de rustgevende muziek geven me een relaxt gevoel.
Ik laat me op het bankje zakken en haal mijn telefoon tevoorschijn.
Achttien smsjes en vijf gemiste oproepen. Ik bekijk ze niet eens en stuur alleen Chloé een berichtje om te laten weten waar ik ben.
Ik leg mijn telefoon naast me en begin me langzaam uit te kleden. Mijn ledematen voelen zwaar en ik heb spierpijn. Als ik mijn bikini aan heb doe ik daar de badjas over heen. Hij is heerlijk zacht en geeft me een veilig gevoel.
Het irritante zoemende geluid dat het zoveelste smsje aangeeft gaat vrolijk verder. Ik besluit hem maar gewoon helemaal uit te zetten.
Dan valt mijn oog op mijn twitterapplicatie.
Ik slik. Dit moet ik doen. Dit moet ik mezelf echt niet aandoen.
Maar voor ik het weet heb ik twitter aangeklikt en typ ik mijn eigen naam in in de zoekbox.
Er zijn veel hits. Heel veel hits. Te veel hits.
Een machteloos, gefrustreerd gevoel verspreidt zich door mijn lichaam heen als ik de tweets lees.
“Vesper Jones, waar gaat het toch heen?”
Antwoord-tweet: “Naar de klote en totaal van de kaart.”
Het ergste is, ze hebben nog gelijk ook.
Als ik mezelf een halve depressie heb aangepraat, besluit ik dat het tijd wordt om naar EJ te gaan. Die arme jongen zit daar al zeker twintig minuten op me te wachten.
Ik prop mijn kleren in mijn tas en stop het geheel vervolgens in mijn persoonlijke kastje. Ik toets de beveiligingscode in en slof dan op mijn teenslippers de kleedkamer uit.
EJ zit op het bankje in het midden van de binnentuin. Hij leunt relaxt naar achter en neemt een slokje van zijn gekleurde, vermoedelijk niet alcoholvrije, drankje. Ach ja, het kan erger. Er zijn tijden geweest dat we op vakantie onze dagen begonnen met een cocktailontbijt.
‘Zo, V. Je hebt je tijd wel genomen zeg.’ EJ knipoogt lief naar me.
Moedeloos zak ik naast hem neer. ‘Ik heb twitter gecheckt. Het duurde even voor ik over die shock heen was.’
EJ zucht. ‘Ik weet het, lieverd. Je kunt ook maar beter geen bladen lezen de komende tijd. De tv zal ik ook maar even uitlaten.’
Ik frons boos. ‘Het slaat toch nergens op! Er is zat ellende in de wereld, mensen sterven van de honger, raken alles kwijt bij natuurrampen en ondertussen focussen degene waar het wel goed mee gaat zich op de privélevens van anderen, alsof ze niets beters te doen hebben.’
God, deze machteloosheid en frustratie begint me op te breken. Straks ga ik nog iemand slaan. Er hoeft nu slechts één persoon een verkeerd woord te zeggen en ik sla door. Even knijp ik mijn ogen dicht, nog steeds naarstig opzoek naar een oplossing.
Maar ik zie het niet. Ik zie gewoon niet hoe ik deze rotzooi weer goed krijg.
Vastberaden sta ik op en met een stevige pas loop ik naar de bar.
‘Een dubbele vodka.’ Zeg ik op een ‘don’t you dare messing with me’-toon tegen Edmond, de vaste barman. ‘En doe er maar wat jus d’orange bij.’ Het is tenslotte ochtend.
Hij gaat ongeïnteresseerd verder met het afdrogen van zijn glas, hij heeft waarschijnlijk de bevelende intonatie in mijn bestelling gemist. ‘Beetje vroeg om daar nu al mee te beginnen, vind je niet, Vesper?’
Oké, dit kan ik helemaal niet hebben nu. Nog één zo’n opmerking en ik trek hem over de bar heen om hoogstpersoonlijk zijn gezicht te verbouwen.
‘Edmond, ik zweer het je, als je me dat glas niet geeft, zal ik ervoor zorgen dat je op staande voet ontslagen wordt en voor de rest van je verdure leven zal moeten afwassen ik de keuken van een tweederangs Chinees, begrepen?’ sneer ik hem toe. Ik sta af en toe versteld van mijn vermogen om van de ene op de andere seconde in een kwaadaardige bitch te veranderen.
Edmond knikt verschrikt, hij had deze snauwende reactie duidelijk niet zien aankomen. Zich tien keer verontschuldigend haalt hij een fles Absolut Vodka tevoorschijn en schenkt een glas vol. Blijkbaar is hij van mening dat ik meer nodig heb dan een dubbele. Voor de sier giet hij ere en scheutje jus d´orange bij.
´Dank je. Dat was het enige wat ik van je vroeg. Ik kom hier niet om commentaar van anderen te krijgen, ik kom hier voor mijn rust. Zo moeilijk is dat toch niet?’
Edmond knikt weer. ‘Sorry juffrouw Jones, het zal niet meer gebeuren.’
‘Mooi zo, zet dit maar op de rekening en voeg er tien euro fooi aan toe, omdat je zo behulpzaam was.’ Ik pak het glas aan en neem meteen een grote slok. Het branderige, kalmerende gevoel in mijn keel laat me onmiddellijk een stuk rustiger voelen. Ik geef Edmond een knipoog om te laten weten dat alles goed is, anders heeft hij zelf ook nog een slok nodig. Hij knipoogt terug. Hij weet dat ik het niet zo gemeen bedoelde, hij kent me langer dan vandaag.
‘Die eeuwige vodka toch ook.’ Zegt EJ lachend als ik naar hem toe loop. ‘Daar kom je volgens mij ook nooit meer vanaf.’
Ik neem nog een slok en schud mijn hoofd. De helende kracht van alcohol gaat sowieso niet vervelen.