Noor
"Bedankt hoor," schertste Noah en hoewel zijn woorden scherp bedoeld waren kwam het weinig overtuigend over, de nonchalance die hem in de korte tijd dat ze hem kende zodanig had getypeerd leek volledig weggevaagd. In zijn blik rustte een waas van paniek die verraadde hoe angstig hij werkelijk was. Direct was Noor naast hem komen zitten en probeerde de jongen een beetje te kalmeren maar hoewel ze merkte dat hij probeerde zijn ademhaling te reguleren, het leek niet te werken. Opnieuw zoog Noah onrustig een teug lucht naar binnen, ademstoten kwamen met horten en stoten over zijn lippen en zijn borst bewoog schokkend op en neer. "Rustig aan," fluisterde ze zachtjes terwijl ze met de duim van haar hand die op zijn buik rustte cirkeltjes tekende rond de plek waar zijn navel zich ongeveer bevond "probeer mijn hand naar voren te duwen als je inademt, focus alleen daarop," probeerde ze nog een keer. Ze voelde zijn buikspieren onder zijn inmiddels klamme shirt en liet haar vingers er verwonderd overheen glijden. De situatie leek langzaam te verslechteren en hoewel Noor wist dat ze niet in paniek mocht raken maakte ze zich zorgen om Noah.
Toen Noor hem vroeg wat ze voor hem kon betekenen keek hij haar wanhopig aan "Uh - afleiden?" Het was meer een vraag dan een antwoord, en dat feit op zich stelde haar niet bepaald gerust maar desondanks knikte Noor kalm. Ze moest er inderdaad voor zien te zorgen dat het gejaagde ritme van zijn ademhaling wat omlaag zou gaan voordat hij straks helemaal geen lucht meer binnen kreeg, de techniek die ze tot nu toe had geprobeerd leek niet te werken dus het was tijd om het over een andere boeg te gooien.
"Oké," zei ze meer tegen zichzelf dan tegen Noah, ze had een idee en wilde er niet langer meer over nadenken voordat ze zich zou bedenken. In een beweging zette ze haar rechterknie aan de andere zijde van zijn lichaam zodat ze praktisch bij hem op schoot zat en boog langzaam wat voorover, haar vingers omvatten zachtjes zijn gezicht streelden geruststellend langs zijn hals waar ze een van haar handen liet rusten haar andere hand legde zet langs zijn kaaklijn voordat ze zachtjes een kus op zijn voorhoofd drukte "het komt goed," beloofde ze hem ademloos terwijl ze hem intens aankeek, slechts voor een paar seconden liet ze haar blik afdwalen naar zijn lippen. Zijn onregelmatige ademhaling botste nu tegen haar lippen, die nog maar enkele millimeters verwijderd waren van die van hem. Langzaam sloot ze haar ogen en overbrugde de afstand waarna hun lippen zich met elkaar verenigden. Ze zoende hem innig maar teder terwijl haar vingers onbewust sporen van verlangens uittekenden over zijn rug.